Ons gesprek ging over dat wat zij had meegemaakt op een school ergens in Nederland. Zij was gevraagd door Conchita Lopez Vega van het bedrijf WOWMundo, om samen met haar met de leerlingen van die school te praten over geluk en hen praktische handvatten aan te reiken waar ze wat mee zouden kunnen. Die confrontatie met dat jonge volk tussen de 13 en de 15, viel haar in eerste instantie niet mee. Ze waren snel afgeleid, waren druk met hun telefoon, deden uiterst ongeïnteresseerd, afstandelijk en gereserveerd en keken haar bij het binnenkomen van de klas niet eens aan. Hoe krijg ik dit in de hand, vroeg zij zich af?
Ze richtte zich tot hen en zei: “De echte vraag is niet waarom ik hier sta, maar waarom zijn jullie hier? Denk daar eens over na?” Vervolgens werd ze zeer rechtstreeks en persoonlijk: ‘Wie van jullie kent iemand in zijn of haar directe omgeving die met een burn-out thuis zit? Ga even naar binnen bij jezelf, denk goed na en als je iemand kent, hou dat dan goed vast.”
Na een kleine denkpauze stelde ze de tweede vraag: “Wie van jullie kent iemand in zijn of haar directe omgeving die last heeft van depressiviteit, die zich vaak negatief en depressief voelt?” En ook nu vroeg ze of ze zich daar even in wilde verdiepen en als ze iemand wisten, om dat vast te houden.
Het werd stiller en stiller in de klas, de telefoons waren ineens minder belangrijk, de afstandelijkheid verdween, je zag ze zich verdiepen in hetgeen hen gevraagd werd. “Ik heb nog een vraag,” zei Asha, “Wie van jullie kent iemand die worstelt met het leven, die zich voortdurend afvraagt hoe hij of zij uit het leven zal stappen, die het leven écht niet meer ziet zitten? Misschien ken je zelfs iemand die die keus heeft gemaakt en er niet meer is?” Die vraag kwam hard aan, merkte ze.
“En nou mijn laatste vraag: Als je inderdaad iemand kent die lijdt aan een burn-out, die zich rot en depressief voelt, die worstelt met het leven en aan zelfmoord denkt, of dat misschien al gedaan heeft, zou je dan je hand op willen steken?”
Ik hoorde de schrik en het ongeloof nog in haar stem toen ze vertelde wat er gebeurde. Er waren 31 kinderen, zoals gezegd van 13 tot 15 jaar, zo jong nog, en alle 31 staken ze hun hand op. Zwijgend en zichtbaar aangeraakt. “Kijk nu eens om je heen, kijk naar je vrienden, vriendinnen, klasgenootjes, voel goed wat hier gebeurt. Dit is de reden dat ik hier voor jullie sta, en drie dagen lang met jullie ga praten over het leven en geluk. Omdat ik jullie dit niet gun, deze pijn, dit verdriet, deze frustratie, dit wil ik niet voor jullie, dit wil ik voor niemand.”
De klas was doodstil, je kon een speld horen vallen, vertelde Asha. Het relaas stopte met haar laatste woorden tegen deze jonge mensen: “Hier gaat het om in mijn leven, dit beweegt me om te praten over geluk, om alles te delen wat ik weet van en over geluk en om anderen, dus ook jullie te kunnen helpen om bewust te kiezen voor een gelukkig leven!”
Pfff.., ik was onder de indruk van deze gebeurtenis en schrok met haar van de pijn waarmee deze kinderen, zo jong nog, worden geconfronteerd. Ze vertelde dat Conchita en zij drie dagen lang voor een uiterst geïnteresseerde groep kinderen hebben gewerkt, wég drukte, wég telefoon, wég afstandelijkheid. We waren het met elkaar eens: dit incident toont weer eens aan hoe noodzakelijk het is om mensen, hoe jong ze ook zijn, mee te trekken op het pad naar geluk, om ze wegwijs te maken en concrete handvatten aan te reiken. En ze vooral hoop en vertrouwen te geven dat ook voor hen een gelukkig leven is weggelegd.
Jan Jaap van Hoeckel