En zo ging het nog een tijdje door. De kinderen passeerden de revue, de baas, de buren, alles wat hem maar enigszins in de weg zat, werd omstandig besproken. De andere man knikte af en toe en kwam niet veel verder dan, gelijk heb je. Hij kwam fors voor zichzelf op, schetste zijn assertiviteit, was blij met het feit dat hij gewoon boos kon worden en af en toe flink uitpakte. Ik heb toch het recht om mijn leven te leiden zoals ik het wil? Ik heb geleerd om mezelf te zijn, wat er ook gebeurt. De andere man was het roerend met hem eens.
Jezelf zijn tot je erbij neervalt. En ook duidelijk maken aan anderen hoe je in elkaar zit, hoe je denkt, hoe je doet, waarom dat zo is en hoe wel je vaart bij die manier van leven. En toch, ik kan het niet laten, de vragen die bij me opkomen zijn: Ben je wel jezelf? Ben je wel degene die je zegt te zijn? Is het waar wat je zegt?
We zijn geworden wie we zeggen te zijn. We hebben een flink stuk van ons leven afgelegd, hebben veel van onze ouders geleerd, aangeleerd en afgeleerd, onze sociale omgeving, onze vrienden, de mensen om ons heen, de school, onze bazen, de buren, de sportclubs, zijn zijn allemaal van invloed (geweest) op ons leven. En vaak niet zo’n beetje ook. Onze vorming is voor het grootste gedeelte een onbewust proces, het gebeurt gewoon. Als kind al zoeken en vinden we onze weg om onszelf in stand te houden, om te ontsnappen aan dat wat we onprettig, angstig, bedreigend vinden. En we ontdekken hoe we moeten doen om onze zin te krijgen, om geliefd te zijn, complimentjes aan anderen te ontfutselen, te schurken aan genegenheid en liefde.
De dingen die bij ons blijven, die we ons leven lang meenemen, ook als alles om ons heen anders is geworden en we die mechanismen niet meer echt nodig hebben. We nemen ze niet alleen mee, er komen er nog meer bij, we willen nu eenmaal gezien worden, we willen ons gelijk halen, we laten ons de kaas niet van het brood eten. We moeten sterk zijn en onszelf in stand houden in deze grote, boze wereld. En natuurlijk gaat ons dat niet altijd even goed af, nog steeds hebben we niet alles te pakken wat we nodig hebben om ons leven te leiden zoals wij het willen. Er blijft nog veel te leren.
Krampachtig onszelf zijn. We hebben niet in de gaten dat we veel meer zijn dan dat we naar buiten brengen, meer dan we denken en zeggen te zijn. Veel meer. Hoogstwaarschijnlijk zijn we onderweg het nodige kwijtgeraakt. En is degene die we zijn geworden maar een slap aftreksel van degene die we in werkelijkheid zijn.
Waar is onze prachtige geest gebleven? Onze zachtheid? Waar is ons liefdevolle hart gebleven? Ons mededogen. Ons volle begrip. Onze vergevingsgezindheid? Onze warmte? Onze immense goedheid? Waar hebben we het gelaten?
Ook dat is immers wat we in wezen zijn, nee, niet ook, maar vooral! Het is in veel gevallen heel verklaarbaar en begrijpelijk dat we die aspecten in ons zijn kwijtgeraakt, leven is taai en stelt ons voortdurend fors op de proef.
De aangeleerde mechanismes in ons draaien voornamelijk op de automatische piloot, we zijn zo, vinden we. Het is niet waar! We zijn niet zo, we zijn slechts zo geworden. En de eerlijke vragen aan jezelf zou kunnen zijn: Wil ik zo zijn? Wil ik op deze manier zo krampachtig mezelf zijn? Heb ik nu een heerlijk leven?
Misschien is het de hoogste tijd om op zoek te gaan naar wat je onderweg allemaal bent kwijtgeraak. Hoe bijzonder zal het zijn om zo stapje voor stapje te ontdekken wie je in werkelijkheid bent. En weer in contact te komen met je prachtige, liefdevolle, begripvolle, zachte, warme, meedogende kant. Nee, geen gemakkelijk weg, maar het uiteindelijke resultaat blaast alle ongemak en moeite weg. Wat een fantastische ontdekking dat compleet jezelf zijn je leven zoveel gemakkelijker, fijner, relaxter, mooier en liefdevoller maakt dan het nu misschien wel is…
Jan Jaap van Hoeckel